Terug naar overzicht

Zonklaar: textiel een tweede leven geven 

2025

Tino Schurer (51) is directeur van Zonklaar en woont in Sneek met zijn vrouw Hennie en hun drie kinderen. Sinds 2010 is hij eigenaar van een bedrijf dat zich richt op het reinigen en impregneren van outdoor textiel, zoals boottenten, voortenten en zeilen. “We zorgen ervoor dat materialen die vaak te vroeg worden weggegooid, een tweede leven krijgen. Dat is in de kern natuurlijk al duurzaam.” 

Circulair denken in de praktijk 

Voor Tino is circulariteit meer dan een mooi begrip. “We verlengen de levensduur van textiel en daarmee besparen we materiaal. Daarnaast zijn er allerlei zijpaden waarin we onderzoeken hoe we nog meer impact kunnen maken.” Zo werkte Zonklaar aan een project om reststromen van zeilmakers te hergebruiken. “Het bleek voor nu helaas niet haalbaar, omdat er een coating verwijderd moet worden, voordat het gerecycled kan worden, en dat is in Nederland nog niet mogelijk. Toch heb ik er in die twee jaar veel van geleerd. Mocht er in de toekomst een fabriek komen die dit kan, probeer ik opnieuw een keten op te zetten om deze reststroom als grondstof weer in te kunnen zetten 

Ook innovatie in schoonmaakmiddelen speelt een grote rol. “Samen met een Duitse partner ontwikkelen we een duurzaam impregneermiddel zonder fluor carbon (PFAS). Dankzij de hulp van Circulair Friesland konden we hiervoor subsidie krijgen via het Interreg programma. Daarnaast onderzoeken hogescholen of er alternatieven gemaakt kunnen worden voor chloorhoudende middelen. Studenten van de opleiding Biomimicry verdiepen zich in de DNA van schimmels. Want om de schimmelvorm te bestrijden moet je weten met wie je te maken hebt.’’ Daarna wordt gekeken wat al in de natuur aanwezig is om dit probleem te tackelen 

Projecten die het verschil maken 

Naast onderzoek voert Zonklaar ook circulaire projecten uit. “In Assen reinigen we 160 zonneschermen in een verzorgingstehuis en vervangen we alleen de doeken. Dat scheelt veel materiaal en kosten, terwijl de constructie behouden blijft.” 

Tino wil graag de komende jaren opschalen aan de hand van samenwerkingen zoals met Decathlon. “Met Decathlon hebben we een mooi project: tenten die na festivals terugkomen, knappen wij op zodat ze opnieuw verhuurd of verkocht kunnen worden. Dit soort projecten willen we veel meer gaan doen.’’  

Groeien met oog voor duurzaamheid 

Daarna vertelt Tino over zijn uitdagingen. “We hebben steeds meer ruimte nodig, dus we zoeken naar een geschikte nieuwe bedrijfsruimte waarin we ook al onze duurzaamheidswensen in kwijt kunnen. Ik wil bijvoorbeeld ons proceswater erg graag opnieuw gebruiken. Ik weet al hoe het moet en wat dat kost, maar omdat we in een huurpand zitten kan ik helaas geen ondergrondse put graven. Tino legt uit dat het lastig is om in de ‘waterhoofdstad’ Sneek een locatie voor een nieuw pand te vinden. Dit is een uitdaging want de vrije kavels zijn schaars.  

 ‘’VCF-lid Lampen Textiles loopt tegen dezelfde problemen aan over bijvoorbeeld hun filters waar ook de Pfas houdende grondstof in de coating zit. Een ander lid waar we contact mee hebben en mee sparren is Indu-Con. Wij hebben wel eens dingen gewassen of geïmpregneerd en dan gaan zij weer testen of het in de praktijk goed werkt. Zo heb je een mooie samenwerking met een ander lid; zij als leverancier van de tenten en wij als onderhoudspartij. Samen helpen we elkaar om alles zo duurzaam mogelijk te maken.’’  De voortent van VCF lid Hanneke Schmeink haar ouders is afgelopen jaar met een fluorvrij impregneermiddel behandelt en zei doet af en toe verslag van de bevindingen in het veld.’’ 

Vooruitkijken 

De toekomst ligt vol met kansen, vooral in de recreatie- en kampeerbranche. “We zitten nu sterk in de watersport, maar de kampeerwereld vindt ons steeds vaker en biedt ook nog veel mogelijkheden. Het zwaartepunt qua drukte ligt bij ons echt in de wintermaanden waarbij mensen alles inleveren om schoon te laten maken. We hebben hiervoor genoeg ruimte nodig. Wanneer je de kampeerbranche erbij gaat betrekken, moet dit niet nadelig zijn voor onze opleverdata en productieproces. Zodra we meer ruimte hebben in een nieuw pand, kunnen we die sector er beter bij betrekken.” 

Terug naar overzicht