Terug naar overzicht

BLOG: Creatieve sector als integraal onderdeel van economisch stelsel

Sinds begin juni mogen we weer wat meer, zo ook wat vaker naar kantoor, yeahhh! Tsss, nooit gedacht dat ik dit ooit zou opschrijven… Het was in het begin erg wennen om vanuit huis iedere dag kantoorwerkzaamheden te doen, online meetings te houden en 2D-gesprekken te voeren en ondertussen echt contact te moeten vermijden. Terugkijkend kan ik wel stellen dat ik nog nooit zo effectief aan het werk ben geweest. Daardoor heb ik veel kunnen doen, maar ook te lange dagen gemaakt (dat vind ik zelf tenminste).

Ergens bij horen

Ik mis aan de andere kant wel dat koffiegesprek en de ‘onzin’ tussen al die serieuze gesprekken in, die helpen om te relativeren. Ik verlang weer naar een 3D-werkomgeving, wil me weer eens verbazen, ergeren, spontaan in lachen uitbarsten en me ergens bij horen voelen, omdat het mijn creativiteit voedt. Gelukkig mogen we dus nu weer een beetje naar kantoor.

Nieuwe werkelijkheid

Met de juiste balans zou afwisselend thuis en op kantoor werken wat mij betreft structureel ingevoerd mogen worden. In dat opzicht sluit ik me aan bij het groeiend aantal mensen die daarvan overtuigd zijn geraakt. Maar als dat straks de nieuwe werkelijkheid wordt, dragen we dan ook automatisch bij aan het verlagen van de CO2-uitstoot? Of zal er in de winter meer energie verbruikt gaan worden, omdat alle huizen apart verwarmd moeten worden? Ik ben benieuwd hoe straks het geleerde in de praktijk gebracht gaat worden, of we inderdaad minder dagen naar kantoor gaan en hoe we dat dan gaan organiseren.

‘Business as usual’ werkt niet

Als aanjager Water zou ik die flexibiliteit wat vaker in mijn werkgebied terug willen zien. Het blijkt dat de business as usual-aanpak niet werkt om de noodzakelijke veranderingen te maken. In de watertechnologiehoek staan we aan de vooravond van de implementatie van meer circulaire oplossingen in onze bedrijfsprocessen. We hebben al geconstateerd dat dit noodzakelijk is om de uitputting en opwarming van onze aarde te helpen voorkomen en beteugelen. Maar het gaat nog te langzaam. 

Gezamenlijk strijdvaardigheid

Een discussie, een paar maanden geleden met één van mijn ‘bonusdochters’, schudde mij wakker. Zij is twintiger en vindt dat onze generatie de boel aardig voor hen heeft verziekt. Waar ligt nu hun toekomst? Waarom hebben wij de zaken zo verkeerd aangepakt en moet haar generatie de door ons gemaakte problemen gaan oplossen? Grappig, dacht ik toen bij mezelf, dat zei ik tegen mijn ouders toen ik haar leeftijd had.  

Het grote verschil met toen is, dat ik in deze generatie de gezamenlijke strijdvaardigheid mis om op te komen voor iets en ergens voor te gaan staan (enkele sporadische bewegingen en strijders daar gelaten). Het leidt vooralsnog nog niet tot een algemeen besef en veranderingszin. Het blijkt wederom dat er een wereldwijde schok (economische crisis, oorlog of pandemie) nodig is om mensen bewust te maken dat er iets moet veranderen. 

Creatieve sector als voorbeeld

Volgens mij zijn creatievelingen heel goed in staat je te laten inzien, voelen en ervaren hoe noodzakelijke veranderingen te realiseren zijn. Een eenvoudig voorbeeld komt van de restaurants die vanwege de opgelegde beperkingen hun bedrijven open hebben kunnen houden met een aanbod voor afhaal en thuisbezorging. 

Dat wij onze levensstijlen moeten veranderen is duidelijk, de wijze waarop niet. De pandemie bracht beperkingen met zich mee en met de inzet en hulp van creatievelingen zijn er oplossingen bedacht waardoor we nu anders aankijken tegen onze oude verworven rechten. Ik zou zo graag de drive van nu behouden. Zonder kennis van zaken, maar met een goed onderbuikgevoel, zou ik ervoor willen pleiten de creatieve sector integraal onderdeel te laten uitmaken van ons economisch stelsel – en ze daar dus ook voor te betalen. 

– Länk Vaessen

Terug naar overzicht