Terug naar overzicht

Tijd voor de economie van gezond verstand

Een paar maanden is Houkje Rijpstra nu directeur van de Vereniging Circulair Fryslân. Als wethouder in Tytsjerk- steradiel had zij onder meer duurzaamheid in haar portefeuille. Niettemin is haar nieuwe functie een zoektocht.

,,Er gebeurt al heel wat op het gebied van circulaire economie. Zeker in Fryslân. Tegelijk merk je dat we op veel fronten nog aan het begin staan. Ik hoorde onlangs transitie-hoogleraar Derk Loorbach. Volgens hem kent de transitie naar een duurzame samenleving drie fases. Eerst zijn er een paar voorlopers met, voor de massa, gekke ideeën. Dan komt er een periode van chaos, gevolgd door een schoksgewijze overgang naar een duurzame economie. We zitten volgens mij in de begintijd van chaos. Er gebeurt van alles en belangen beginnen soms te botsen. We moeten samen de juiste richting ontdekken.”

De circulaire economie wil door hergebruik van reststoffen uitputting van de grondstofvoorraden voorkomen. Om dat succesvol te doen vraagt samenwerking tussen bedrijven: wat voor de een afval is, is voor de ander grondstof. Maar weten bedrijven dat van elkaar? De VCF stimu- leert de onderlinge samenwerking en probeert meer Friese bedrijven over te halen circulair te gaan werken. ,,De provincie telt bijvoorbeeld drie bedrijven die experimenteren met de productie van bokashi, een duurzamere vorm van compost. Ze gebruiken dezelfde methode. Dat is jammer. Als ze alle drie op een andere manier bokashi maakten, konden we zien welk het beste resultaat geeft. Zoiets kun je via VCF beter op elkaar afstemmen.”

De vereniging telt zo’n 45 leden, vooral grote bedrijven. ,,Voor het mkb is het toch lastiger aan te haken. De leden van de VCF delen met elkaar kennis en ervaringen. Kleine bedrijven halen meer kennis dan ze brengen.”

Toch groeit ook in het mkb de beangstelling voor circulair werken. Rijpstra: ,,Ik bezocht pas Ruiter Machinefabriek in Sneek. Dat bedrijf is er uit zichzelf mee aan de slag gegaan. Toen de huidige eigenaar het bedrijf van zijn vader overnam, ontdekte hij dat het niet was voorbereid op de crisis van 2008. Een tv-programma over circulaire economie inspireerde hem om de zaken anders, circulair aan te pakken. Hij investeert er ook in.”

Er zijn critici die vinden dat de circulaire economie de overgang naar een echte duurzame economie in de weg staat. Ze helpt volgens hen een economie in stand te houden die nog steeds groei hoog in het vaandel heeft staan.

Rijpstra snapt dat het sommigen niet snel genoeg gaat. Maar ze ziet wel degelijk een positieve rol voor de circulaire beweging weggelegd. ,,De weg naar een duurzame samenleving gaat stapsgewijs. Bedrijven overhalen circulair te gaan denken en werken is een van de stappen. Dat we naar een totaal andere economie moeten die floreert zonder altijd te moeten groeien wordt steeds meer mensen duidelijk. Niets op aarde groeit oneindig. Dan zou onze economie daar een uitzondering op zijn? We moeten van een groei-economie naar een economie van het gezonde verstand. De econome Kate Raworth propageert als tegenhanger van de groei-economie een donut-econo- mie. Dat is een economie die niemand in een gat laat vallen, maar zich tegelijk begrensd weet in de cirkel van de donutkorst. Die visie op economie spreekt me enorm aan, dat is ook een kant die we op moeten gaan. Maar dat gaat niet van de ene op de andere dag. De circulaire economie is een stap in die richting. Ook wat het betreft het sociale. Circulair betekent ook: niemand afschrijven en mensen met een beperking mee laten doen.”

Tekst: Theo Klein. Bron: Friesch Dagblad, 6 januari 2018

Terug naar overzicht